Kruidenier, supporter, perfectionist: de mens achter de Kannibaal

    525 overwinningen, vijf keer de Ronde van Frankrijk, wereldkampioen in Heerlen, Mendrisio en Montreal… De cijfers uit de carrière van Eddy Merckx behoren tot het collectieve wielergeheugen. Achter de Kannibaal schuilt echter ook een warme man met een groot hart. Kruidenier, supporter, perfectionist—Eddy Merckx was van alle markten thuis.

    Vorig jaar brachten we tijdens onze social ride een bezoek aan de gigantische muurschildering van Eddy Merckx in zijn geboortedorp Kiezegem. Enkele maanden na Eddy's geboorte, verhuisde het gezin Merckx naar Brussel. De kleine Eddy groeide op in Sint-Pieters-Woluwe en was vaak te vinden op het Goudvinkenplein. Zijn ouders hadden daar een kruidenierswinkel, en Eddy viel enkele meters verderop op door zijn eeuwige activiteit en sportersgeest. In die periode speelde hij onder meer tennis, basketbal en voetbal. Als eerbetoon werd deze plek enkele jaren geleden omgedoopt tot Eddy Merckx Square.

    De familie Merckx had het niet breed en de jonge Eddy wilde zijn ouders dolgraag helpen. Daarom stal hij dagelijks 100 frank uit de winkelkassa van de kruidenierswinkel, die hij in een verborgen nok van de zolderkamer verstopte. Op die manier dacht hij te sparen voor zijn ouders. Dat ging goed totdat zijn moeder bij de verborgen schat uitkwam, die intussen was opgelopen tot om en bij 4.000 Belgische Franken (zo'n 100 euro). Noch Eddy’s spaarpot, noch de winkel van zijn ouders was een goudmijn. Samen met zijn broer Michel en zus Micheline sliepen ze met vijf op één kamer.
    Alleen de fiets

    Regelmatig moest Eddy helpen in de winkel. Echter, hij hield niet van al dat sleurwerk en wilde alleen maar koersen. Op zestienjarige leeftijd zei hij de schoolbanken vaarwel. Vanaf dat moment telde alleen de fiets. Eddy's vader steune hem in zijn liefde voor de koers, die de fiets van zijn zoon de avond voor een grote wedstrijd vaak nog een laatste poetsbeurt gaf. De bovenmatige interesse in materiaal nam Eddy niet alleen over van zijn vader, maar ook van de oud-prof Félicien Vervaecke. Die woonde in dezelfde straat, opende een fietswinkel en groeide uiteindelijk uit tot vaste begeleider van Eddy.

    Hoe het de Kannibaal sportief verging, is algemeen bekend. Eddy wilde altijd en overal winnen, wat hem zijn bijnaam opleverde. Het verhaal gaat dat hij nachtmerries kreeg wanneer hij een week niet won. Sowieso sliep hij al slecht, maar op zulke nachten stond hij op en gaf hij gehoor aan de lokroep van zijn garage, waar tientallen fietsen, honderden wielen en talrijke tubes wachtten om in elkaar gezet te worden.

    Dit toont aan hoe maniakaal Eddy met materiaal omging. Achteraf gaf hij zelfs toe dat hij soms te ver ging. De fiets was zijn grote passie. Dag en nacht was hij ermee bezig om zijn ultieme werkmiddel verder te verbeteren. Die grote liefde voor het materiaal leidde logischerwijs tot zijn eigen fietsenmerk. Dat zijn fietsen eveneens tot de beste ter wereld uitgroeiden, is niet verrassend gezien zijn eeuwige streven naar perfectie.

    Voor- en tegenstanders

    De totale dominantie en zijn heldhaftige overwinningen leidden tot prachtige verhalen die de tand des tijds doorstaan. Een van de bekendste anekdotes is het interview dat Frans Verbeeck na de Ronde van Vlaanderen in 1975 aflegde. Al op meer dan 100 kilometer van de meet was hij samen met Merckx weggereden en volledig uitgeput bereikte hij de meet op een halve minuut van de winnaar. "Het is ongelooflijk, Fred, hoe dat die rijdt. (...) Hij rijdt vijf per uur te snel voor ons. Ik weet niet wat dat is. Hij rijdt eens zo rap als verleden jaar nog", stamelde de tweede van die dag bij commentator Fred De Bruyne.
    Bron video: Youtubekanaal Vermarc (https://www.youtube.com/@verma...)
    En toch zou de val van de wielergod nog datzelfde jaar volgen.

    Overal ter wereld had Eddy fanatieke fans. Omdat hij actief was voor het iconische Molteni, een Italiaanse ploeg, waren ze in 'de laars' gek van de Belg. Dat gold niet voor Frankrijk. Omdat de Kannibaal zijn tegenstanders bijna wekelijks degradeerde tot figuranten, wekte hij na verloop van tijd ook enige wrevel op. Dit leidde tot een vreselijk dieptepunt in de zomer van 1975. De grootmeester kreeg toen tijdens de beklimming van de Puy-de-Dôme een slag van een Franse toeschouwer in de lever. Na de wedstrijd ging Merckx verhaal halen bij de dader, die uiteindelijk veroordeeld werd tot het betalen van een schadevergoeding van één frank.

    Een dag later brak Eddy ook zijn jukbeen. De combinatie van deze tegenslagen zorgt ervoor dat hij zijn kansen in die Tour niet optimaal kan verdedigen. Op die manier grijpt hij naast een zesde eindzege, achteraf blijkt dat de laatste kans te zijn. Ondanks alles eindigt hij met dank aan zijn vechtlust wel nog 2de in het klassement, maar na zijn carrière noemt hij het een vergissing om door te zetten tot Parijs. Na die bewuste slag in de lever zou de Kannibaal nooit meer op dezelfde wijze brullen.

    Aan het statuut van volksheld veranderde echter niets meer. Na een lange zoektocht naar sponsors en de nodige fysieke ellende hangt de Kannibaal in 1978 de fiets aan de haak. Dat doet hij in de Omloop van het Waasland op zondag 19 maart 1978, al deelt hij zijn beslissing pas enkele weken later mee.

    Van Anderlecht tot Axel

    Buiten de koers kleurde het hart van Eddy ook een beetje paars-wit. Aanvankelijk was hij supporter van RWDM, maar toen een vriend van hem daar de deur werd gewezen, schakelde hij over naar Anderlecht. Stervoetballer Paul Van Himst werd zelfs een goede vriend, en tegenwoordig ziet Merckx in het stadion regelmatig opvolger Remco Evenepoel zitten.

    In de wielrennerij vond Eddy een nieuwe uitdaging als bondscoach, een rol die hij vervulde van 1986 tot 1997. Johan Museeuw vertelde zelfs dat hij zijn wereldtitel in 1996 aan Merckx te danken had. De grootmeester had hem aangeraden om zijn zadel twee millimeter hoger te zetten, een advies dat Museeuw uiteindelijk de wereldtitel opleverde. Het was een illustratie van Eddy’s ongeëvenaarde kennis van de fiets.

    Een van de meest memorabele momenten in zijn leven beleefde Eddy echter niet als bondscoach, maar als cocommentator. Op de Olympische Spelen van 2004 reisde hij in die functie mee naar Athene. In de wegrit veroverde zijn zoon Axel verrassend brons. Bij het overschrijden van de meet wees Axel met zijn vinger naar zijn vader. Ondanks Eddy’s indrukwekkende palmares zou hij nooit zo fier zijn als op dat moment.
    Bron video: Youtubekanaal Loterie Nationale Loterij (https://www.youtube.com/@Loter...)
    Als ware legende gaat Eddy Merckx de wielergeschiedenis in. Hij werd uitgeroepen tot Belg van de eeuw, kreeg zijn eigen metrostation in Brussel, verscheen in stripverhalen van Asterix en Suske en Wiske, werd bezongen door de Fixkes, was onderwerp van tientallen boeken en televisiereeksen en wordt tot op de dag van vandaag wereldwijd beschouwd als de beste wielrenner aller tijden. Dit alles dankzij zijn ontembare liefde voor de wielersport en zijn eeuwige drang naar perfectie.
    Contacteer ons